Weer terug van vakantie? Dan hoop ik 2 dingen:
- Dat je het heerlijk hebt gehad, en
- Dat het op jouw werk gebruikelijk is om het voorstelrondje in de vergadering kort en krachtig te houden.
Na de vakantie kun je weer met een schone(re) lei beginnen. Fris en fruitig. Met nieuwe ideeën en vol goede moed.
Zat je voor de vakantie nog zuchtend en steunend de (online) vergadering uit, omdat het voorstelrondje alléén al waanzinnig uitliep? Dan heb je misschien wat aan dit verhaal + tips uit mijn praktijk:
Ook al had ze zich voorgenomen dat zij het wél kort ging houden, ratelt ze toch nog even door over wat ze allemaal heeft gedaan vóór ze dit werk deed en prakt ze er ook nog in wat haar functie precies inhoudt. En dat was nog maar het voorstelrondje…
Ze kan zichzelf wel voor de kop slaan, want ze is communicatieadviseur. Hallo! Als die al niet to the point kan komen, wie dan wel? Gelukkig zet ze zich over haar ergernis heen en vraagt ze ons in de training om hulp.
Ik beloof ‘kort, krachtig en indrukwekkend’ in dit blog, dus ik kom hier straight to the point met 3 tips om je sneller en beter voor te stellen:
Tip 1) Schrappen, schrappen, schrappen
Je hoeft niet alles toe te lichten om duidelijk te zijn over wat je doet. Vaak werkt dat zelfs averechts. Beperk je tot het belangrijkste om uit te leggen wie je bent en wat je werk is. Stop dan. Niet alles vertellen.
Tip 2) Maak het concreet
Check of je concreet genoeg bent.
Hoé check je of je concreet genoeg bent? Als een ander kan uitleggen wat je bedoelt. Dus pluk een liefdevolle buitenstaander van de gang (collega, puberzoon of oud omaatje) en laat ze in eigen woorden vertellen wat je ze duidelijk hebt proberen te maken.
Second best: leef je in in wat de ander wel / niet weet over jou en je werk. Voorbeeld: toen ik ‘projectmanager professionalisering voor de wijkteams’ was, bij de gemeente Rotterdam, kon ik dat bij een vergadering met collega’s best zo zeggen. Die snapten voldoende wat ik met die termen bedoelde.
Maar voor jou, allerbeste lezer, zou ik het zeker anders verwoord hebben. Bijvoorbeeld zo: “Ik ben de projectleider van de opleiding gesprekstechnieken. Dat doe ik voor onze 1400 collega’s in de sociale wijkteams.”
Tip 3) Zeg het met een voorbeeld
Veel concreter wordt het niet: vertel met een voorbeeld uit jouw praktijk wat jij belangrijk vindt aan je werk. Wanneer ben je fluitend naar huis gegaan omdat je iemand echt verder hebt kunnen helpen? Of heb je met je collega’s (virtueel) een feestje gevierd omdat jullie samen een mijlpaal hadden bereikt? Kies uit alle verhalen uit jouw praktijk die ene die je het meest aanspreekt. Die kun je het beste overbrengen.
Ik zou, toen ik nog die projectleider was, in mijn voorstelrondje verteld hebben over die collega die er pas in onze opleiding achter kwam dat ze tóch steeds de problemen van de Rotterdammer met schulden ‘even snel’ zelf wilde oplossen. Terwijl ze ervan overtuigd was dat ze het de Rotterdammer in kwestie zélf liet oplossen.
Door onze opleiding gesprekstechnieken kon ze haar gedrag aanpassen en haar cliënten beter helpen zelfredzamer te worden. Dáár deden we het voor!
De kunst is om het concreet over die situatie te laten gaan én dat je kort aangeeft waarom dat verhaal zo goed illustreert wat je wilt overbrengen. En stop dan. Niet ALLES vertellen. Maar dat had ik al gezegd.