Skip to main content

Ik heb 8 prachtige mensen voor mijn neus. Ze kijken me verwachtingsvol aan. Ze willen zo graag anderen inspireren om óók mee te doen in hun clubje. Maar ze voelen zich er alleen voor staan.

Het is een groep ambassadeurs voor diversiteit en inclusie van een grote Rotterdamse organisatie.

Deze groep is heel enthousiast en betrokken. Ze willen dat hun collega’s ook het belang en de waarde inzien van diversiteit en inclusie en ambassadeur worden.

Maar dat lukt niet

Ze zijn een relatief klein clubje. En dat blijven ze.

Waarom toch?

Ik moet denken aan de parabool in de grafiek over de innovatietheorie. De early adaptors steken direct hun vinger op om mee te doen. Dat zijn deze toffe gasten die nu voor me zitten. De early majority houdt zich nog stil. Die doen nog niks. Denken misschien wel: “Mooi, zíj zijn ervan. Dan hoef ik niet actief te worden.”

De ander in beweging krijgen

Om echt iets te veranderen kun je niet volstaan met een handjevol enthousiastelingen. Het grote deel van de rest moet ook mee veranderen.

Hoe lukt dat?

Ik heb de ambassadeurs laten vertellen over waarom diversiteit en inclusie voor hem/haar/hen een thema is. Niet in het algemeen, maar heel specifiek: wat waren voor jou momenten waarop je – achteraf gezien – erachter kwam dat dit een thema is voor jou?

Die verhalen! Die zijn stuk voor stuk ráák.

Om een ander uit te nodigen om ook ambassadeur te worden, houd je na zo’n persoonlijk verhaal je vraag aan de ander bewust klein. Bijvoorbeeld: “Heb jij ook zoiets meegemaakt in jouw leven?”

En daarmee komt de conclusie van de ander ZELF (en dus niet van jou): “Dit thema is zo belangrijk voor me, hier wil ik actief aan bijdragen!”