Ik heb er een nare herinnering aan. Een gesprek wat ik een tijdje geleden had met iemand uit mijn netwerk. Om te sparren. Maar het liep niet. Ik voelde me niet welkom – terwijl zij me uitgenodigd had om nog eens langs te komen.
Ik durfde mijn verhaal niet te doen. Wat een afgang…
Wat was er aan de hand? Ik denk dat je het wel herkent, dat je de ene keer spontaan en ontspannen je verhaal doet en een andere keer steeds aan het zoeken bent naar woorden. Plotseling besef je je dat je al je spieren hebt aangespannen…
Er was geen match tussen ons. Ik hunkerde naar een open gesprek waarin we in elkaars keuken mochten kijken. Ik wilde van haar leren, me laten opzwepen door haar. Zij zat in een totaal andere vibe. Ze wilde heel bewust omgaan met haar tijd en niet zomaar alles in openheid delen over hoe zij haar bedrijf opgebouwd heeft. Ik ging dus ontzettend mijn best doen om niet haar tijd te verdoen. Ik wilde zorgen dat zij een goed gevoel overhield aan ons gesprek. Dat zij wat terugkreeg voor de tijd die ze mij gaf.
Heel ontspannen was ik dus niet meer. En toen ze me vroeg naar mijn verhaal, klapte ik volledig dicht. Ik wilde helemaal niet vertellen over mijn grote keerpunt – die eerste postnatale depressie, waardoor openhartigheid mijn missie is geworden. Want dat zou emotie met zich meebrengen. Terwijl het gesprek zo afgemeten was. Ik had er geen vertrouwen in dat ze op dat verhaal zat te wachten. De drempel was te hoog om het toch te vertellen. Ik durfde niet.
Dit gaat me nog vaker overkomen. Gesprekken die niet lopen omdat het niet matcht. Ik wil openhartig kunnen spreken, maar dat lukt me niet goed bij iemand die zich gesloten opstelt. Ik weet inmiddels wel wat ik had moeten doen. Ik had naar de alarmbelletjes moeten luisteren. Verkrampt aan tafel zitten, het overdreven pleasen…no good. Ik had wat moeten doen met deze signalen.
Ik had maar één ding anders hoeven te doen en dat is: het benoemen. Want of je nou met iemand in gesprek bent of je staat voor een hele zaal, de emotie die jij voelt, voelt de ander ook. In mijn geval was dat ongemak, niet op mijn plek, niet welkom voelen. Dat zat me in de weg om een gelijkwaardig gesprek te voeren. Dat moet zij ook gevoeld hebben. Door het niet te benoemen, is het een roze olifant geworden. Door het wél te benoemen – wat ik me dus bij deze 100% voorneem – erken je wat er onder de oppervlakte speelt. Je dwingt elkaar om even naar binnen te gaan en je uit te spreken over wat er speelt.
Ik heb het niet gedaan, ik vond het toen even te eng. En toch ga ik het de volgende keer wel doen. Want het alternatief is met samengeknepen billen jezelf zitten overschreeuwen. En dat heeft echt geen nut.
Mag ik jou wat vragen? In wat voor situatie voel jij je niet op je gemak om je verhaal te doen? Misschien is dat voor anderen ook herkenbaar. Als ik er een goede tip voor heb, schrijf ik die in een volgend blog. Beloofd. Je mag me jouw ervaring mailen, dank daarvoor.