Natuurlijk heb je niet maar 1 ding dat je echt megasuperduper belangrijk vindt. Dat is net alsof je maar van 1 van je kinderen zou houden, of maar 1 soort chocola lekker vindt. En we weten allemaal dat dát niet kan.
Waarom dan toch zo hameren op die éne why?
Omdat het je richting geeft.
Ik heb bijvoorbeeld een klant die op zoek is naar een andere baan. Hij weet wat hij kan. Hij weet wat ie wel en niet leuk vindt in zijn werk. En hij heeft ook een idee van wat hij nastreeft in een baan.
Maar waarvoor hij werkt? Aan welk hoger doel hij een bijdrage wil leveren?
Er zijn zoveel dingen in het leven die hij belangrijk vindt. Die hij waarde toekent.
Oprechtheid. Klaar staan voor een ander. Eerlijkheid. Erkenning geven. Iedereen zich welkom laten voelen. Positief kritisch bijdragen aan het beste resultaat.
Ja, ho, wacht eens even. Dat zijn stuk voor stuk prachtige en belangrijke zaken. Maar je ziet al waar het mis gaat: het is teveel. Letterlijk. Teveel om op te noemen.
En daardoor werkt het niet. Als je duidelijk weet aan welk ideaal je een bijdrage wilt leveren, neem je op basis daarvan besluiten. Bijvoorbeeld: wel of niet op deze baan solliciteren?
Als je teveel idealen hebt om op te noemen, geven ze geen richting aan je keuzes. En wat mij als zelfbenoemde Vertelleraar aan het hart gaat: je kan het ook niet helder overbrengen, waarom je doet wat je doet. Dat wordt een spraakwaterval waar niemand nog een rode draad uit kan halen.
Kiezen kan pijn doen
Ik denk dat ik weet waarom deze man niet kan kiezen uit zijn idealen. Als hij er 1 kiest, is hij bang dat hij de andere minder belangrijk maakt. En ze zijn niet minder belangrijk.
Zo blijft hij in hetzelfde kringetje lopen: hij wil weten waar hij het voor doet. Kan niet kiezen uit al zijn idealen. Maar dat werkt niet, want zo weet ie nog niet wat ie wil. Dus neemt hij zich voor om de belangrijkste te kiezen. Maar dat doet pijn: die andere idealen zijn ook zo waardevol. En probeert ze toch allemaal mee te nemen in zijn zoektocht naar een nieuwe baan. En begint het kringetje weer van voren af aan. Want het werkt niet.
Misschien helpt dit jou ook
Wat te doen? Als je al zover bent als de man in het voorbeeld ben je eigenlijk al een heel eind: dan heb je een rijtje met hogere doelen geformuleerd die er voor jou toe doen. Maar ook jij hebt dan nog de laatste stap nodig: welke doet er voor jou het aller-aller-allermeest toe? (Laat dit helder zijn: als je er 1 kiest, wil dat niet zeggen dat je de andere opeens niet meer belangrijk vindt.)
Ik geef je een inkijkje hoe het mij is vergaan. En wie weet helpt dit jou ook een keuze maken.
Eerst: alle thema’s of idealen op een aparte post-it schrijven.
Dan: kies er 3 uit die je het meest doen. (Gaat dit zo makkelijk en kun je er al meteen 1 winnaar uithalen? Hoppa, jij bent klaar. Jij mag douchen en een biertje bestellen.)
In de dagen erna: die 3 thema’s gaan door je hoofd spoken. Je denkt er af en toe aan en er gaan wat laatjes open. Herinneringen worden weer levendig. Je bloed gaat sneller stromen als je aan het ene ideaal denkt, je wordt enthousiast als je aan het andere denkt.
Plan een wandel- / strand-/ hardloopmoment en neem de tijd: tijdens het wandelen denk je bewust aan de 3 idealen die je nog over hebt. Ga gewoon wandelen of hardlopen. Herhaal zo nodig een paar dagen later. Je gedachten en emoties werken door. En opeens valt het je in: dit is het. Dit is wat er voor mij het meest toe doet.
Het hoeft niet snel. Het moet wel goed. En voor de perfectionisten onder ons: goed is goed genoeg. Als je hem hebt gevonden, voel je je waarschijnlijk opgelucht en blij. Dat gevoel is heel anders dan het schurende van ik-ben-er-bijna-maar-het-klopt-nog-niet-helemaal-gevoel.
Wat mij gebeurde toen ik hem had gevonden
Tijdens het zoveelste rondje hardlopen, viel het me opeens in. Ik zat te kauwen op thema’s als ‘oprechtheid’ en ‘echtheid’ en ‘eerlijkheid’. Maar opeens viel het woord ‘openhartig’ me in. BAM! Dat was hem. Ik was in mijn eentje aan het hardlopen en ik voelde bij wijze van spreken de zon doorbreken en er kwam een glimlach op mijn gezicht, ik kon wel schateren van blijdschap. Ik rende met dat hoofd de hoek om en er kwam een man op me afgelopen. En weet je wat die deed? Ik zal het nooit vergeten: hij spreidde zijn armen wijd uit. Alsof hij me op wilde vangen om samen een rondedansje te doen. Het voelde zo openhartig. It said it all.